Basisvormen van buigen
1. L-vouwverwerking
Het basisschema van de vouw, de vouwhoek ligt tussen 30 graden en 180 graden.

Bij het vouwen van scherpe hoeken moet u een diepe onderste vorm en een scherpe bovenste vorm kiezen. Bij het vouwen van 90 graden of stompe hoeken kunt u elke vorm voor verwerking kiezen.
(1) Het positioneringsprincipe van L-vouwverwerking a: Het principe van positioneren is om gebruik te maken van twee achterste limieten (twee punten) en te positioneren volgens de vorm van het werkstuk. b: Bij het positioneren van een achterste limiet moet er rekening worden gehouden met de afbuiging en wordt gevraagd om deze op dezelfde middellijn te houden als de vouwgrootte van het werkstuk. c: Bij het vouwen van kleine bochten is omgekeerd positioneren verwerken het beste. d: Het is beter om het in het midden en onderste deel van de achterste limiet te positioneren (de achterste limiet blijft niet gemakkelijk hellen tijdens positionering). e: De positioneringszijde ligt dichter bij de achterste limiet. f: Het is beter om het aan de lange zijde te positioneren. g: Gebruik een jig als bijpositionering (positioneren en vouwen van schuine en oneffen zijden).
(2) Opmerkingen bij L-binnenkant vouwen
a: Bij vouwen met de vorm in positie moet de achterste limiet naar achteren worden getrokken om te voorkomen dat het werkstuk tijdens het vouwproces vervormt;
b: Bij het buigen van een groot werkstuk naar binnen heeft het werkstuk een grote vorm en een kleine buigzone, waardoor het moeilijk is voor het gereedschap en de buigzone om elkaar te overlappen, wat resulteert in moeilijkheden bij het positioneren van het gebogen werkstuk of schade aan het gebogen werkstuk.
(3) Voorzorgen bij extern L-buigen
a: Bij het buigen van een kleine afmeting, controleer of de bovenste vorm en de achterste limietmaat niet met elkaar botsen;
b: Als het gat dicht bij de buiglijn zit of de buigrandklep kleiner is dan de helft van de V-groeve, let op bij het buigen om trekkrachten.
(4) Speciale buigmethode voor L-buigen
a: Excentrieke buigmethode
Excentrieke buigen heeft het verschil tussen de positieve en negatieve montage van de onderste stempel. Tijdens verwerking wordt het verschil gemaakt afhankelijk van of de trek aan de binnen- of buitenkant van de buiglijn zit. Daarnaast is excentrieke buiging een speciale verwerkingsmethode met bepaalde risico's. Het wordt niet gebruikt tenzij in bijzondere omstandigheden.

b: Buigen na crimpen
Aangezien excentrieke buiging een scherpe werking heeft, is het niet geschikt voor sommige producten met hoge oppervlakte-eisen. De timing van crimpbuigen is dezelfde als die van excentrieke buiging. Voordat u buigt, kunt u een 88-graden gereedschap of een speciale crimpstempel gebruiken om de buiglijn te crimpen, en vervolgens een normale stempel gebruiken om te buigen.

c: Kleine V-buiging met grote hoek en grote V-druk
Eerste bocht met een kleine V-groef naar een grote hoek, en daarna buigen met een normale stempel. Deze verwerkingmethode kan de kleine ongevouwen afmeting voorkomen die wordt veroorzaakt door direct buigen van de kleine V-groef.

d: Buigen met tussenlaag en materiaal
Deze verwerkingmethode is voornamelijk geschikt voor producten met strenge eisen aan het uiterlijk van het werkstuk. Daarnaast wordt het, wegens kostenoverwegingen, meestal beperkt tot monstersverwerking.

De bovenstaande vier verwerkingsmethodes kunnen ook in combinatie worden gebruikt, waardoor het vormresultaat meer ideaal zal zijn.
2. Z-buig verwerking
Elke bocht die wordt gevormd in één omgekeerde en één positieve richting is een Z-type bocht.
De verwerkingsbereik van standaard buigen: Z-buig hoogte>V-groeve zijde middelpunt afstand plus T.
De minimale verwerkingsgrootte wordt beperkt door de in de verwerking gebruikte vorm, en de maximale verwerkingsgrootte wordt bepaald door de vorm van de verwerkingsmachine.

(1) Z verwerking Z stappen
a: Eerst L vouw verwerken volgens de L vouw verwerkingsmethode;
b: Proces Z vouw met L vouw positionering; (of proces Z vouw met de andere kant van L vouw.)
(2) Z verwerking Z vouw positioneringsprincipe
a: Positionering voorwaarde, gemakkelijke positionering, goede stabiliteit;
b: Meestal is de positionering hetzelfde als bij L vouw;
c: Tijdens de secundaire positioneringsbewerking moet het werkstuk gelijkstaand zijn met de onderste stoot;
(3) Z bewerkingsvoorschriften
a: De bewerkingshoek van de L-vouw moet correct zijn, wat doorgaans ongeveer 89,5 graden tot 90 graden vereist;
b: De achterste instelmeter moet ingesteld worden om terug te trekken om vervorming van het werkstuk te voorkomen.
(4) Z algemene bewerkingsmethode
a: De bewerkingsvolgorde dient in overweging genomen te worden zoals weergegeven in de onderstaande figuur, eerst vouwen 1 en daarna vouwen 2;

b: Een andere soort van de eerste L-buiging en daarna de Z vouwen, en controleer of de verwerking van de Z vouw conflicteert met de machine;
Als er conflicten zijn, buig eerst 1 naar een grote hoek, daarna buig 2, en druk dan 1;
Als er geen conflicten zijn, volg dan de standaard methode voor Z vouwen, buig eerst 1 en daarna 2;

c: Twee scherpe hoeken Z vouwen, buig eerst naar 90 graden, voeg dan 2 toe, en voeg 1 toe;

(5) Speciale verwerkingsmethoden voor Z vouwen:
a: Eccentreke verwerking van de onderste vorm;
b: Verwerking met een kleine V-groef;
c: Breek eerst in een grote hoek en druk dan aan;
d: Gebruik een slijpende onderste vorm;
(6) Andere verwerkingsmethoden voor Z-buigen:
a: Verwerken met een stap-omlaag vorm:
b: Verwerken met een eenvoudige vorm:
3. N bochtverwerking
Continu twee keer verwerken op dezelfde verwerkingsvlak heet N-vouwverwerking.

(1) Algemene verwerkingsvoorschriften voor N-bochten:
a: De verwerkingshoek van de eerste vouw moet kleiner of gelijk zijn aan 90 graden;
b: Bij het verwerken van de tweede vouw dient de eind dikte te worden bepaald met de verwerkingsvlak als referentievlak.
(2) Speciale verwerkingsmethoden voor N-vouwen:
a: Wanneer de Y-dimensie van de N-vouw lichtelijk干扰 met de bovenste stempel interfereert ==> Na N-vouwen, gebruik een afvlakstempel om het vorm te geven;
b: Wanneer de Y-dimensie van de N-vouw sterk干扰 met de bovenste stempel interfereert ==> Na A-vouwen, vouw het naar het interferentiepunt, vouw B-vouw met C als ondersteuning, en gebruik dan (afvlakstempel + kussen) om het vorm te geven;

c: Proces met een stervormig reparatiegereedschap;

4. Boogverwerking
Boogverwerking wordt onderverdeeld in twee typen: het gebruik van een buigvorm om een cirkel te snijden en het gebruik van een boogmes. Het boogmes wordt opgedeeld in twee typen: vaste type en rondstoktype.

Verwerkingsopmerkingen:
a: Bij het verwerken met een 90-graden onderste vorm kan de verwerking mogelijk niet optimaal zijn, dus moet je het handmatig duwen of, indien de omstandigheden dat toelaten, een 88-graden onderste vorm kiezen;
b: Gebruik meer inspectieplaatjes om de afmetingen van het uiterlijk van het werkstuk te garanderen;
c: Bij het verwerken van een 90-gradige boog, kies 2 (R+T) voor de onderste vorm.